H. Cornelius

De H. Cornelius stamt uit het geslacht van de Cornély en was paus van 251 tot 253. Hij was paus in een voor de christenen zeer moeilijke tijd. De romeinse keizer wilde de staatsgodsdienst herstellen om daardoor zijn invloed te hernieuwen.

De christenen waren hierbij een hindernis, die vernietigd moest worden. Vele christenen stierven met hun paus de marteldood. Na een lange periode zonder paus werd Cornelius door de geestelijkheid van Rome tot paus gekozen. Hij stond bekend als een zachte en verzoeningsgezinde man. Hij verdedigde krachtdadig en met ijver het geloof en werd hierom door de keizer als staatsgevaarlijk verbannen. Vanuit het verbanningsoord zette hij zijn strijd voor het geloof voort. Door het harde leven stierf hij in 253 in Centum-cellae, het huidige Civitavechia. Hij werd begraven in de catacombe van Calixtus. Zijn sterfdag vieren wij op 16 september. De relieken van de H. Cornelius zijn naar onze streken gekomen via Kornelimunster in het Rijnland (waar zijn schedel bewaard wordt). Vanaf deze tijd zijn ook vele genezingen en andere wondertekenen bekend op voorspraak van de H. Cornelius.

Cornelius wordt afgebeeld als paus met kruis en tiara, maar ook met een zwaard, als verdediger van het geloof en met een hoorn, als brenger van heil. Om deze laatste afbeelding wordt hij ook vereerd als patroon van het hoornvee. Vooral bekend is het aanroepen van Cornelius bij vallende ziekte, gangreen, krampen, stuipen, onrust, zenuwziekten, zenuwaandoeningen, overspannenheid, en gehoorstoornissen.

Vaak zien we Cornelius afgebeeld op een prentje met erbij de tekst: “Waakt, staat vast in het geloof, gedraag U manhaftig, wees sterk!” (1 Kor.16,13). Ook is nog bekend dat er gildes, broederschappen en altaren toegewijd zijn aan de H. Cornelius. Naast Borgharen bij Maastricht kunnen als bijzondere plaatsen van de verering van Cornelius genoemd worden: Kornelimunster bij Aken, Heerlerheide, Geleen Lutterade, Achtmaal (NB) en Carnac in Bretagne.